Door Jorgos Nikolidakis (De Griekse Gids).
Mijn rondreis op Chios begon in de haven van Chios, waar ik per boot via Lesbos was aangekomen. Chios stad is een levendige stad en het gebied rond de haven en het kasteel zijn de leukste plekken. Hier bevinden zich ook de meeste winkels, restaurants, bars en discotheken.
Ten noorden van de haven bevindt zich het kasteel (kastro) van Chios dat erg verlaten erbij ligt. De spandoeken die er hingen tijdens mijn bezoek (juni 2010) logen er niet om: “Dit kasteel heeft alle barbaren overleefd maar niet de Grieken” stond er sarcastisch op, een spandoek dat door Griekse studenten was opgehangen.
Vanaf Chios stad trok ik in noordelijke richting naar Vrondados, een verzorgd kustplaatsje met een kiezelstrand dat 5 kilometer van Chios stad ligt. Iets verder ligt Daskalopetra, eveneens met een kiezelstrand en een vissershaventje. Achter het strand is een lage heuvel met op de top een rots waar Homerus volgens de legende, les heeft gegeven. Hier op de rots kwam ik een aantal Nederlanders tegen die al jaren naar Chios terugkwamen en er zelfs wonen. Ze vertelden me dat ze het een schitterend eiland vinden en dat ze niet zonder kunnen. Volgens hen was Chios het leukste Griekse eiland, zo zie je dan maar.
Vanaf Daskalopetra trok ik richting het noordwesten en het dorp Volissos. Via en brede, kronkelende weg met heel wat haarspeldbochten kwam ik al vrij snel op een behoorlijke hoogte boven de zeespiegel met een schitterend uitzicht naar de stad en het zuidelijke deel van de stad. De natuur hierboven is uitermate rotsachtig en in grote gedeeltes zijn er niet eens struiken te bespeuren, de natuur is hier zo kaal als het maar kan. Hier en daar hebben de lokale autoriteiten in samenwerking met scholen en het leger bomen gepland waardoor er een aantal kleine bosjes zijn ontstaan die mooi afsteken tegen de witgrijze achtergronden. Al naargelang je verder en verder naar het westen rijdt, verschijnen de eerste olijvenbomen en wordt het landschap veel groener en minder rotsachtig. De weg is heel goed, onlangs gerenoveerd. Volissos naderend merk ik dat het dorp er vrij verlaten bij ligt. Op de top van de heuvels staat de Byzantijnse vesting, die redelijk goed bewaard is. De huizen hebben een eigen traditionele stijl, maar zijn over het algemeen niet zo goed onderhouden.
Vanaf Volissos trek ik langs de westelijke kustlijn richting het zuiden. Mijn eindbestemming is het traditionele dorp Mesta. Net buiten Volissos wordt ik verrast door mijn eigen navigatiesysteem, omdat de weg niet geasfalteerd is, terwijl het wel zo aangegeven staat. Toch waag ik het erop om blindelings mijn navigatiesysteem te volgen en onderweg kom ik langs een aantal mooie verlaten stranden, waar geen mens te bespeuren valt. Na een aantal kilometers kom ik gelukkig weer op een verharde weg en rijd ik de heuvels in, aan de oostelijke kust van Chios. Het landschap is hier bergachtig met veel rotsachtige baaitjes, waar dennenbomen en olijvenbomen zijn. Daar de weg hoog gelegen is, is het uitzicht naar de Egeïsche zee erg mooi.
In het plaatsje Elinda krijg ik opeens een “déjà vu” gevoel. Elinda ligt ingesloten in een groene baai met rondom beboste hellingen en van boven doet het strand en de zee me denken aan de Myrtos-baai op Kefalonia, waar ik een maand eerder was. Hier is het uitermate rustig, er is een enkel taverna en verder niets.
Een iets groter plaatsje is Lithos dat zuidelijk van Elinda ligt. Vanaf hier rijd ik de streek van de mastiek dorpen in. Ook wel “Mastichochoria” genoemd. In deze streek op Chios groeit de boom “Schinos”, die een soort hars produceert, Maticha genoemd (mastiek) en behalve dat het als kauwgum eetbaar is, wordt het ook in de medische en cosmetische industrie gebruikt. Het vreemde is, als je zo’n boom meeneemt en plant op een ander (Grieks) eiland, dan gebeurt er niets, er wordt geen mastiek geproduceerd. Dat is ook de reden dat de mastiek uniek is in de wereld en het is een exclusief product van Chios. Aankomend in Mesta zie je overal deze mastiek bomen staan. Mesta is een oud dorp waar de tijd lijkt stil te hebben gestaan. Het is als het ware een vesting met daarbinnen allerlei stenen woningen, smalle paadjes en stenen bogen. Het is een autovrije zone (het kan ook niet anders, want de paadjes zijn heel smal) waarin je je in de middeleeuwen waant. De binnenplaats kun je bereiken via drie poorten.
Vanaf Mesta rijd ik naar Emborios. Onderweg passeer ik het dorpje Olympoi, met de opvallende kerk met een blauwe koepel en even later kom ik bij het fascinerende Pyrgi aan. Pyrgi is volgens mij het meest speciale dorp van Chios, dat komt door de muren van de huizen die een eigen decor hebben. Een oudere dame vertelde me in Pyrgi dat men eerst de muren stuukt met een mengeling van cement en strandzand, daarna worden deze muren geverfd en vervolgens worden er met een vork allerlei geometrische figuren in gekrabd. In het dorp, waar overal kleine steegjes en paadjes zijn, ziet u overal op de muren deze figuren. Erg gezellig is het hier vooral in het centrum, op het dorpsplein waar ook de grote kerk staat en er allerlei cafeetjes en terrasjes zijn.
Vanaf Pyrgi rijd ik richting Emborios, een toeristische kustplaats in het zuidoosten van het eiland. Emborios heeft twee stranden, een strand bij het vissershaventje waar allerlei taverna’s zijn en een strand dat 300 meter verder ligt en Mavra Volia heet wat letterlijk “zwarte kogels” betekent. De kiezels zijn hier zwart en dat heeft met de vulkaan te maken die hier vroeger was.
Een smalle weg met heel veel bochten brengt mij via allerlei dorpjes in noordelijk richting bij het kustplaatsje Katarraktis. Katarraktis is een rustig kustdorp met een klein zand-kiezelstrand en een vissershaventje. Aan dit haventje bevinden zich een aantal taverna’s. Vervolgens rij ik richting Megas Limnionas dat groter is dan Katarraktis en waar het veel drukker is dan bij Katarraktis. Het is duidelijk dat het toerisme hier meer ontwikkeld is. In Megas Limnionas is er een kiezelstrand met daarachter een plein waar allerlei speeltoestellen voor kinderen zijn. Rondom dit plein zijn er cafés en restaurant maar ook andere winkels.
Mijn volgende stop wordt Karfas. Karfas is duidelijk de meest toeristische plaats van Chios. Het mooie zandstrand en de terrasjes op de hellingen van de heuvels bij het zandstrand zorgen ervoor dat er een prettige sfeer ontstaat. Alle toeristische voorzieningen zijn hier aanwezig, het strand is zeer goed georganiseerd en er is mogelijkheid voor allerlei watersporten. Aan en bij het strand zijn er allerhande leuke zaken zoals restaurants, bars, cafés en winkels. Ik denk dat de gemiddelde Nederlander of Belg het hier 100% naar zijn zin zal hebben. Een bijkomstig voordeel is dat het vrij centraal ligt en op zo’n 5l kilometer vanaf Chios stad en 3,5 kilometer van het vliegveld van Chios. Ter hoogte van het vliegveld ligt Kambos wat letterlijk vlakte betekent. Het opvallende van dit gebied zijn de grote landhuizen omgeven door hoge stenen muren. In dit gebied hebben in de middeleeuwen rijke families uit Genua (Italië) gewoond en later rijke Griekse families. Ook op de dag van vandaag wonen hier de rijkere mensen van Chios. Mijn rondreis eindig ik bij het hotel Grecian Castle dat 1,5 kilometer van de haven van Chios stad ligt, hier zit ik, genietend van een heerlijk Grieks biertje en denkend “Waar gaat mijn volgende rondreis naar toe?”.
Overige links:
Chios, De Griekse Gids
Landenkompas Chios